Wat is Sarm GW 501516 Cardarine?
Sarm GW 50156 is een selectieve agonist van de zogenaamde PPARδ-receptoren, daarom worden receptoren van dit type steeds meer geactiveerd.
Deze receptoren zijn verantwoordelijk voor het reguleren van de glucose- en vetstofwisseling, waarbij ook vermoeidheid tijdens trainingssessies kan optreden, wat zich vaak manifesteert in spierzwakte.
Het werkt niet hormonaal. Daarom is het gemakkelijker te combineren met andere stoffen om de trainingseffecten te optimaliseren dan de meeste prohormonen.
Bij gebruik van SARM GW 50156 is een dagelijkse dosis van 20 mg voldoende. De dosering is voor zowel mannelijke als vrouwelijke gebruikers gelijk. Omdat de stof vloeibaar is en geen injectie nodig heeft, is het gebruik relatief eenvoudig. De gewenste dosis wordt simpelweg in de mond geplaatst en vervolgens met water of sap in de maag doorgeslikt.
Sommige atleten nemen de volledige dosis van 20 mg één uur voor hun training in.
Anderen verdelen het over de ochtend en de avond, zodat ze gedurende de dag een gematigder effect ervaren.
De aanbevolen dagelijkse dosis voor het verbeteren van het uithoudingsvermogen is 10 mg.
Voor een hogere vetverbranding wordt een dosering van 20 mg aanbevolen.
Naast de vermindering van prediabetes en vetvermindering als positieve effecten, vraagt men zich af of Sarm GW Cardarine ook bijwerkingen heeft?
De bijwerkingen van Sarm GW Cardarine zijn vergelijkbaar met die van medicijnen. Er moet echter wel aandacht worden besteed aan de dosering en de frequentie van inname.
Er is veelvuldig gespeculeerd over kankerverwekkende bijwerkingen. Dit blijft speculatie, aangezien geen van de tot nu toe uitgevoerde studies de juistheid van deze bewering heeft bewezen. Verder zijn er geen significante bijwerkingen waargenomen of gemeld door gebruikers. Spierverlies of -afbraak, zoals bij efedrine door het gebrek aan vet, is nog niet aangetoond.
Het gebruik van cardarine in de sport en bodybuilding is toegestaan, zolang er geen wedstrijden plaatsvinden onder invloed van deze stof.
Indien mogelijk dienen de afbraakproducten vóór de dopingtest uit het bloed of de urine te worden verwijderd om te voorkomen dat deelnemers vanwege de uitslag van een dopingtest van het toernooi worden uitgesloten.